Een bronsplastiek van een glasblazer, het straatnaambordje Glaslaan en enkele gebouwresten vormen de spaarzame herinneringen aan wat ooit het grootste glascentrum van Nederland was.
De glasfabriek van Bakker aan het Noorderdiep sloot in 1937 haar deuren. Aan het eind van het Zuiderdiep, tegelijk het begin van de Glaslaan, vestigde Thöne’s boekhouder J. Meursing in 1846 zijn eigen glasfabriek die uitgroeide tot Nederlands grootste producent van industrieel glas. Medicinaal glaswerk, de bekende Eau de cologne- en Maggiflessen , bier- en wijnflessen, olie- en zuurcontainers, wekflessen – alles werd bij Meursing (later NV Nieuw Buiner Glasfabrieken) geblazen. Interessant genoeg leren 19e eeuwse krantenknipsels dat aan deze glasblazerij ook een pottenbakkerij verbonden was voor de productie van smeltpotten. Onduidelijk is of toen ook modellen voorgedraaid werden.
Vaklieden uit Nieuw Buinen waren veel gevraagd. Philips haalde aan het eind van de 19e eeuw voor haar lampenfabriek glasblazers uit Drenthe naar Eindhoven.
Na de sluiting in 1967 van de Glasfabriek was er opnieuw sprake van een arbeidsmigratie, ditmaal naar Leerdam. De Koninklijke Glasfabriek aldaar was eigenaar van Nieuw Buinen geworden. Kunstglas werd bij de genoemde, grote fabrieken niet geblazen, try-outs en speelse probeersels daargelaten. In de jaren 60 kreeg de Kanaalstreek nog wel twee glasblazerijen van kunstglas, die van G. Nanninga in Nieuw Buinen en Wilbrink in Musselkanaal.
De sterk gegroeide collectie van Henk Brans – een echte glas-hoarder op rommelmarkten en in kringloopwinkels - staat centraal in de zomer-expositie.
Hieronder is een kleine impressie gegeven van de enorme glasverzameling van Henk Brans. Onder de subkopjes van "Glasfabrieken en Glasindustrie" kunt u nog een aantal foto's bekijken.
Voor een uitgebreidere tentoonstelling/expositie kunt u vanaf juli t/m september terecht bij Keramisch Museum Goedewaagen.